Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de een greep den [39]ander bij het hoofd, en [stiet] zijn zwaard in de zijde des anderen, en zij [40]vielen te zamen; daarvan noemde men dezelve plaats [41]Chelkath-hazurim, die bij Gibeon is. 39. Hebreeuws, de man zijn naaste, of zijn metgezel; alzo in het volgende. 40. Dat is, zij bleven alle vier en twintig dood. 41. Dat is, deel, stuk lands, of akker der rotsen; dat is, der helden, die als rotsen onbeweeglijk zijn geweest, en elk in zijn plaats gebleven, of der spitsen, scherpten, omdat zij door de scherpte des zwaards elkander hebben nedergeveld.